Gasproductie daalt minder hard dan afgelopen 10 jaar
De gasproductie, zowel op land als op zee, nam ook in 2024 af. De sterk dalende trend van gasproductie op zee begint wel af te remmen maar de productiedaling op land zet gestaag door. Dat blijkt uit het jaarverslag Delfstof en Aardwarmte 2024 dat TNO jaarlijks voor het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) opstelt. Volgens TNO is het waarschijnlijk dat de gasproductie de komende jaren stabiliseert.
De afgelopen jaren nam de gasproductie af mede als gevolg van minder investeringen door de olie- en gasindustrie. Mogelijke redenen daarvoor waren aanvullende belastingen voor de gasproducenten, vertragingen door bezwaarprocedures en onzekerheid over maatschappelijk acceptatie.
In 2022 kondigde de overheid aan om gaswinning op de Noordzee te stimuleren. Dit voorjaar is er een sectorakkoord tussen gaswinnende private partijen, EBN en het ministerie van KGG getekend waarin concrete intenties zijn vastgelegd.
Volledige rapport
Ben je benieuwd naar bevindingen? Lees dan het volledige jaarverslag.
Gasproductie op zee
De gasproductie op zee neemt sinds een aantal jaren af omdat de reeds bekende gasvelden leeg raken en daardoor langzamer produceren. Daarnaast worden er te weinig nieuwe velden gevonden om deze daling te compenseren. De gemiddelde daling over de afgelopen 10 jaar was 1,1 miljard m3 per jaar.
De gasproductie nam vorig jaar met “slechts” 0,2 m3 af (van 5,9 miljard m3 in 2023 naar 5,7 miljard m3 in 2024). De belangrijkste reden hiervoor is dat in 2024 een paar nieuwe velden in productie zijn genomen.
De totale aangetoonde gasvoorraad op zee is gedaald van 42 miljard m3 naar 40 miljard m3 eind 2024. De afgelopen 10 jaar was die daling gemiddeld 8 miljard m3.
In 2024 werd voor het eerst sinds 2002 nagenoeg voldoende gasvoorraad op zee aangetoond om de jaarlijkse productie te compenseren. De daling van de gasvoorraad door productie op zee werd daarmee voor 95% gecompenseerd. Op korte termijn verwacht TNO dan ook een afremming van de daling.

Gasproductie op land
Op land neemt de gasproductie sinds jaren af doorafbouw en sluiting van het Groningen gasveld en het leeg raken van gasvelden waardoor de productie langzamer verloopt. Verder worden er weinig nieuwe velden gevonden om de daling te compenseren.
Tussen 2023 en 2024 is de productie op land gedaald van 4,3 naar 2,7 miljard m3. Doordat het Groningen gasveld zoveel groter is dan de andere velden is de productiedaling over de afgelopen jaren met name een gevolg van het afbouwen van de productie in dit veld.
De aangetoonde voorraad was 32 miljard m3 begin 2024 en deze is gedaald tot 31 miljard m3 begin 2025. De voorraad is wel gedaald, maar op land is de sterk dalende trend van de afgelopen 10 jaar afgenomen.
Geen exploratieboringen in 2024, wel voldoende potentieel
Ondanks de relatief beperkte daling van de gasvoorraden was 2024 uniek in het aantal exploratieboringen naar nieuwe gasvelden. Er is voor het eerst in meer dan 80 jaar geen enkele exploratieboring gezet. Voor 2025 zijn er wel enkele exploratieboringen gepland en reeds uitgevoerd.
TNO becijfert dat er waarschijnlijk, bovenop de aangetoonde voorraad, een gasvolume van 75 miljard m3 op zee en 40 miljard m3 op land in mogelijk nieuwe gasvelden zit. Daarmee is er voldoende potentieel voor nieuwe exploratieboringen .
Toekomstverwachtingen
In Nederland wordt al sinds 2002 niet meer voldoende gasvoorraad gevonden om de productie te compenseren. De huidige gasproductie is nu zo laag dat een klein aantal gasvelden, die in productie komen, de daling kunnen afremmen of zelfs tijdelijk ombuigen naar een stijging. Afgelopen jaar is er bijna genoeg bijgekomen om de daling te compenseren.
Het nieuw gesloten sectorakkoord heeft expliciet tot doel om het aantal exploratie boringen te verhogen door publiek-privaat gezamenlijk een gebied te ontwikkelen. Als de gemaakte afspraken daadwerkelijk worden geïmplementeerd verwacht TNO op korte termijn een stabilisatie van de gasproductie. Op langere termijn (tot 10 jaar in de toekomst) wordt wel een dalende trend verwacht.
Verantwoording
TNO brengt de stand van zaken omtrent de gasproductie jaarlijks in kaart met het jaarverslag ‘Delfstoffen en aardwarmte in Nederland’. Dit jaarverslag wordt door de Adviesgroep Economische Zaken (TNO-AGE, onderdeel van de Geologische Dienst Nederland - GDN) samengesteld op basis van de ontvangen gegevens van uitvoerders van vergunningen onder de Mijnbouwwet.
TNO-AGE doet dit in opdracht van en voor het ministerie van Klimaat en Groene Groei. Het jaarverslag rapporteert over de activiteiten en resultaten van de opsporing en winning van koolwaterstoffen, steenzout en aardwarmte in Nederland. Ook gaat het in op de status en toekomst van de ondergrondse opslag van stoffen voor tijdelijke (aardgas, aardolie en stikstof) en permanente (zout water en CO2) opslag.
De Geologische Dienst Nederland is de beheerder van alle data en kennis van de Nederlandse ondergrond. De GDN is onderdeel van TNO. Eén van de taken van de GDN is het adviseren omtrent de winning van gas uit de Nederlandse ondergrond. De GDN doet dat al tientallen jaren en rapporteert hier jaarlijks over (zie ook www.nlog.nl).
Neem contact met ons op
Laat je verder inspireren
Toename groei aardwarmteproductie in 2024


De Noordzee als energiehart van Europa vraagt om slimme keuzes


Symposium Methaanemissies in de Noordzee
‘Geology of the Netherlands’: de rijkdom aan kennis onder onze voeten


TNO presenteert nieuwe editie van 'Geology of the Netherlands'

