Nieuwe meetmethode om microplastics uit textiel in kaart te brengen
TNO schreef een adviesrapport voor de ontwikkeling van een nieuwe methode om te meten waar en wanneer kleine plasticdeeltjes uit kleding vrijkomen. De ontwikkeling van de nieuwe uniforme meetmethode is een grote stap op weg naar minder milieuvervuiling door microplastics.
Benieuwd naar de nieuwe meetmethode voor microplastics?
Lees de paper
Het rapport is geschreven in opdracht van - en in samenwerking met - het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het stakeholdernetwerk ‘Iedereen draagt bij’. Dit netwerk dat bestaat uit stakeholders uit de kleding-, wasmachine- en wasmiddelenbranche, kennisinstituten, waterschappen en NGO’s, wil het vrijkomen van kleine deeltjes plastic verminderen.
Daarvoor is het nodig goed te weten hoeveel plasticdeeltjes er wanneer vrijkomen uit kleding. Met het adviesrapport van TNO voor een concept meetmethode en hierbij een plan voor verdere ontwikkeling, komt daar zicht op.
Microplastics
De milieu-en gezondheidsimpact van microplasticvezels is nog zeer onduidelijk. Wel wordt er steeds meer bekend over microplastics in het milieu. Een van de bronnen van microplastics is synthetische kleding.
Uit synthetische kleding komen bij het maken en door het dragen, wassen en drogen kleine plasticdeeltjes (microplasticvezels) vrij en deze deeltjes belanden in lucht, water en bodem. Hoeveel microplasticvezels precies wanneer in het milieu terechtkomen, en hoe effectief de huidige maatregelen zijn, is nog niet duidelijk.
Nieuwe meetmethode
TNO werkt samen met het netwerk aan een nieuwe meetmethode om de afgifte van microplasticvezels uit kleding in water te kunnen bepalen. Het rapport dat vandaag verschijnt is een eerste stap in de ontwikkeling van de nieuwe meetmethode.
Het voorstel is om de meetmethode te testen in verschillende fases van de keten (maken, wassen en zuiveren) door watermonsters te vergelijken. Door deze methode krijgen netwerkpartners in beeld welke maatregelen het meeste impact hebben.
Als de meetmethode goed werkt, kun je deze o.a. gebruiken om te testen of er verschil zit in hoe het garen gesponnen en het doek geweven is, van welk materiaal het gemaakt is, het gebruik van wasmiddel en wasverzachter, de wastemperatuur en de hoeveelheid water.
Zo kunnen de netwerkpartners ontdekken hoe ze op een efficiënte manier kunnen voorkomen dat kleine plasticdeeltjes in het milieu terecht komen tijdens het maken en wassen van kleding, of tijdens het zuiveren van afvalwater. De betrokken stakeholders willen deze stappen nemen omdat zij staan voor kwaliteit, duurzaamheid, circulariteit en kennisontwikkeling.
Laat je verder inspireren
EntoBreed: AgriTech startup voor duurzame meelwormenkweek
EntoBreed is een innovatieve agri-tech start-up die zich richt op de duurzame kweek van eetbare meelwormen. Hun doel? Een volledig circulair product te creëren.


ICER 2023: Circulaire doelen liggen nog ver buiten bereik
Er is de afgelopen jaren nauwelijks vooruitgang geboekt bij het realiseren van een volledig circulaire economie in 2050 en een halvering van het abiotisch grondstoffengebruik in 2030.


Onderzoek naar mogelijkheden van satellieten voor modellering stikstofdepositie
Een consortium van KNMI (Koninklijk Meteorologisch Instituut), TNO, CML (Centrum voor Milieukunde van de Universiteit Leiden), WUR (Wageningen University & Research)en RIVM onderzoekt de komende vier jaar wat de toegevoegde waarde van satellietwaarnemingen is bij het berekenen van de stikstofdepositie op Nederlandse natuurgebieden.
Circulaire economie door kwantificering van kunststofkwaliteit
De gamechanger in kunststofrecycling: TNO heeft een model ontwikkeld voor beter plastic recyclen: the Quality Model for Recycled Plastic.


TNO-blik op 2030: 50% van het plastic circulair
Onze ambitie voor 2030: 50% plastics circulair geproduceerd. Momenteel wordt nog 70% van de plastics verbrand. Dit kan snel beter. Ontdek hoe.

