Dieseltreinen, die vooral rangeerwerk doen, draaien in de praktijk 80% of meer van de tijd stationair. Het brandstofverbruik is dan relatief laag, maar de emissies van stikstofoxides gaan niet zo sterk naar beneden. Voor de treinen, maar ook voor andere zware machines, zien we dat tijdens het stationair draaien, en de lage last waarbij de motor nauwelijks werk verricht, de helft van de totale schadelijke emissies optreden. Voor brandstofverbruik speelt dit minder een rol, maar 10% tot 20% van de brandstof kan nog bespaard worden als motor vaker uitgezet kan worden. De motoren van schepen en treinen zijn groot, zodat één zo’n motor vergelijkbaar is met 2 tot 6 vrachtwagenmotoren. Voor de jaarlijks geleverde arbeid geldt dezelfde factor, maar voor de emissies zijn de bijdragen van huidige treinen, schepen en bouwmachines, disproportioneel hoger dan van de moderne vrachtwagens.
De Stage-IV emissiewetgeving, die op dit moment van kracht is, loopt nog flink achter op de wetgeving voor voertuigen op de weg. Emissies zijn vaak vele malen hoger dan de wetgeving voorschrijft, vooral in de praktijk. De emissielimieten zelf zijn maar een klein deel van het probleem. De testprocedure die is voorgeschreven voor het vaststellen van de emissies van NRMM-machines dekt de praktijkinzet van deze machines maar beperkt af, zo blijkt uit de monitoringsprogramma’s van TNO.
Op basis van dit monitoringsprogramma doet TNO de volgende observaties:
Hieronder kunt u relevante rapporten en presentaties over metingen aan de uitstoot van Non-Road Mobile Machinery downloaden, en vindt u links naar aanverwante webpagina’s.
De vraag is verzonden! Je ontvangt binnenkort een bevestigingsmail.
Er is helaas iets misgegaan. Probeer het later opnieuw!