Dynamiek op de Nederlandse Arbeidsmarkt: Veranderingen in taken en gevraagde vaardigheden
TNO en CBS presenteerden op donderdag 23 juni de zesde editie van Dynamiek op de Nederlandse Arbeidsmarkt (DNA VI). In deze publicatie worden veranderingen in takenpakketten en in gevraagde vaardigheden van werknemers op de Nederlandse arbeidsmarkt in beeld gebracht. Ook wordt in beeld gebracht welke gevolgen deze ontwikkelingen kunnen hebben voor werkenden en organisaties. DNA VI is een publicatie van TNO en CBS met bijdragen van onderzoekers van ROA (Universiteit Maastricht), Open Universiteit, Centerdata en SEO Economisch Onderzoek.
Veranderingen in taken en gevolgen voor werkenden
De zesde editie van DNA-VI laat zien dat de taken die werkenden uitvoeren en de vaardigheden die hiervoor nodig zijn, de afgelopen jaren zijn veranderd; en die veranderingen zetten zich, mogelijk versneld door de COVID-19-crisis naar verwachting de komende jaren voort. Een concreet voorbeeld is het werk van monteurs. In DNA VI is specifiek gekeken naar de invloed van technologische ontwikkelingen op veranderingen in het werk van monteurs in de agrifood- en netbeheer-sector. De resultaten laten zien dat monteurs in de toekomst steeds meer data moeten invoeren en gebruiken bij onderhoud en reparatiewerkzaamheden en meer moeten samenwerken met andere vakgebieden zoals leveranciers. De skills die de monteurs nu al nodig hebben blijven van belang, maar daarbij hebben monteurs meer (basale) digitale, analytische en communicatieve skills nodig.
De waarde van een arbeidsmarkt georganiseerd rond taken en vaardigheden
Uit het onderzoek in DNA VI is op te maken dat een focus op taken en vaardigheden waardevolle inzichten biedt. Meer inzicht in veranderingen in het takenpakket maakt het makkelijker om de gevolgen voor de benodigde kennis en vaardigheden van werkenden in kaart te brengen. Door uit te gaan van taken en skills in plaats van beroepen en opleidingen kunnen matches op de arbeidsmarkt makkelijker gemaakt worden. Werkzoekenden en werkgevers kunnen hiervan profiteren, zeker op een krappe arbeidsmarkt. Zij die niet over de juiste diploma’s beschikken maar wel over de juiste vaardigheden, hebben meer kans om passend werk te vinden bij een focus op vaardigheden in plaats van op diploma’s. Werkgevers kunnen door een focus op de taken die moeten worden uitgevoerd en de daarvoor benodigde vaardigheden gemakkelijker geschikte kandidaten vinden dan wanneer ze alleen uitgaan van behaalde diploma’s. Zowel het onderwijs als werkgevers, werknemers en werkzoekenden hebben in theorie baat bij een focus op vaardigheden en taken.
Animo voor skills-paspoort hangt samen met ervaren mismatch tussen gevraagde en beschikbare vaardigheden
Informatie over de gevolgde opleiding is niet altijd voldoende om te bepalen of iemand over de juiste vaardigheden beschikt, met name als werkenden hun opleiding lang geleden hebben afgerond. Daarnaast worden vaardigheden niet alleen tijdens de opleiding opgedaan maar ook daarna, door het volgen van trainingen en cursussen naast het werk en door ervaringsleren in het werk zelf. Een skills-paspoort is een instrument om de beschikbare vaardigheden van werkenden vast te leggen. In DNA VI is gekeken naar de behoefte aan een skills-paspoort onder werkgevers en werkenden. Zowel werkgevers als werkenden is gevraagd of ze een skills-paspoort een goed idee vinden en of ze er gebruik van zouden willen maken. Met name werkenden die zelf een mismatch ervaren tussen hun eigen skills en de skills die nodig zijn voor het werk blijken positief over zo’n paspoort. Werkgevers zijn enthousiaster over dit idee als er sprake is van een mismatch van skills bij het huidige personeel.
DNA VI is een stap voorwaarts in het beter begrijpen van de rol van taken en vaardigheden als succesfactor op de arbeidsmarkt. In het symposium van 28 juni (Sociëteit de Vereeniging, Den Haag) wordt het gesprek over dit belangrijke onderwerp voortgezet met sprekers als Peter Hein van Mulligen (hoofdeconoom CBS), Lodewijk Asscher (oud minister SZW) en de bij DNA VI betrokken onderzoekers.
De publicatie is te vinden in het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken: Volume 38, Issue 2 | Amsterdam University Press Journals Online (aup-online.com)
Neem contact met ons op
Laat je verder inspireren
Vier op de tien werkgevers vindt werkdruk een van de belangrijkste arbeidsrisico’s
In 2021 gaf 40% van de werkgevers aan dat werkdruk tot één van de belangrijkste risico’s binnen het bedrijf hoort. Om dit aan te pakken zetten ze vooral in op het verhogen van de autonomie, instellen van een aanspreekpunt en het aanpassen van het werk. Dit blijkt uit de TNO factsheet ‘Werkstress’.


Werkgevers hebben minder aandacht voor mentaal welzijn werknemers
Helft werknemers in overgang ondervindt hinder op werk
In 2021 gaven 173.000 vrouwelijke werknemers aan dat overgangsklachten weleens invloed op hun werk hadden. Dit komt overeen met 55 procent van alle vrouwelijke werknemers in de overgang. Bij 8 procent speelde dit dagelijks, 9 procent had er wekelijks last van. Dit melden het CBS en TNO op basis van een vervolgmeting van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA). Dit onderzoek* is in het vierde kwartaal van 2021 uitgevoerd onder vrouwelijke werknemers van 40 tot 75 jaar.
Aantal flexibele contracten met meer zekerheid in eerste kwartaal 2022 toegenomen
Het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie nam in het eerste kwartaal van 2022 toe ten opzichte van een jaar geleden. Vooral het aantal flexibele werknemers met relatief meer zekerheid, zoals mensen met een tijdelijk contract met uitzicht op een vast contract, was hoger; er waren juist minder oproepkrachten. Ondanks de toename met 111.000 is het totaal aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie nog steeds 17.000 lager dan net voor de coronacrisis. Dat melden het TNO en het CBS op basis van een gezamenlijke analyse van de nieuwste gegevens over flexibel werk in Nederland.