
Roet in lucht blijkt goede indicator voor houtstook
Houtrookoverlast is een beladen onderwerp waar beleidsmakers tot nu moeilijk grip op konden krijgen. Onder andere bij gemeenten is veel behoefte aan een kwantitatieve methode om meer zicht te krijgen in het aandeel houtstookrook in de lucht en waar de meeste houtrook vandaan komt.
Pilot maakt houtrook zichtbaar
Een pilot in het winterseizoen 2023-2024 in en rond Heemskerk heeft een meetaanpak opgeleverd waarmee gemeenten de aanwezigheid, verspreiding en intensiteit van houtrook van uur tot uur op wijkniveau kunnen volgen aan de hand van fijnstof- en roetmetingen. De resultaten stellen beleidsmakers in staat om gerichte maatregelen te nemen. Naast TNO waren Waag Futurelab en Omgevingsdienst IJmond partners in de pilot.
Roet- en fijnstofmetingen als basis voor effectief houtrookbeleid
Het toewijzen van fijnstof aan houtstook was voorheen moeilijk, maar door roet- en fijnstofmetingen aan elkaar te koppelen konden de onderzoekers onderscheid maken tussen fijnstof uit houtstook en fijnstof uit andere bronnen. Dit onderscheid kon worden bevestigd met nieuwe, snelle levoglucosan-metingen die ook in de pilot getest werden. Levoglucosan is een marker voor de verbranding van hout(skool).
Het is de bedoeling dat deze methode in de toekomst met behulp van veel eenvoudigere, goedkope sensoren toegepast kan worden om fijnmaziger inzicht te krijgen in de verdeling van houtrook over verschillende wijken. De verwachtingen hiervoor zijn goed.
Met behulp van roetmetingen op een centraal punt en fijnstofsensoren van bewoners in het hele IJmondgebied, konden nu al verschillen gezien worden tussen wijken en tussen lokale houtrook en houtrook die van verder weg komt aanwaaien.

“Er komt nu een methode beschikbaar waar gemeenten echt mee aan de slag kunnen om lokaal inzicht te krijgen in de hoeveelheid houtstook in hun wijken.”

Overschrijding gezondheidsnorm WHO
Recent maakte het CBS bekend dat houtstook door huishoudens de grootste emissiebron van fijnstof is. En tijdens de meetcampagne van TNO werd op 27 dagen de WHO-norm voor fijnstof overschreden. Op 9 van deze dagen was dit zonder de bijdrage van houtstook niet het geval geweest.
Houtstook levert dus een aanzienlijke negatieve bijdrage aan de luchtkwaliteit. Tijdens de pilot zijn 39 houtrookmomenten geïdentificeerd met een gemiddelde lengte van 15 uur. De meeste houtrookuren zijn gevonden in de avonduren, maar de rook is vaak nog uren later meetbaar in de lucht aanwezig.

Gemeenten ermee aan de slag
Deze resultaten stellen beleidsmakers in staat om gerichte maatregelen te nemen om de impact van houtrook op de luchtkwaliteit te verbeteren. Amersfoort en Utrecht werken inmiddels met een stookverbod bij code rood en oranje van de stookwijzer (Stookwijzer). Gemeenten die nu al een houtrookbeleid voeren (bijvoorbeeld gebaseerd op de stookwijzer) kunnen met het gebruik van deze methode mogelijk beter bijsturen.
Het staat in de planning om deze nieuwe methode ook in andere regio’s in Nederland toe te passen, om een fijnmaziger beeld te krijgen van de bijdrage van houtrook aan de luchtvervuiling daar. Hoe meer steden en regio’s ermee gaan werken hoe gedetailleerder ook het landelijke beeld kan worden.
Vervolgonderzoek van TNO richt zich nu op het verfijnen van de drempelwaarden waaronder de verhouding fijnstof-roet, selectie van andere of robuuster maken van de huidige roetsensoren.
Meer weten over de verspreiding van houtstook?
Lees in het rapport meer over hoe de luchtkwaliteit wordt beïnvloed door houtstook en hoe je dit inzichtelijk krijgt in jouw gemeente.
Neem contact met ons op
Laat je verder inspireren
Een vernieuwende kijk op fijnstof


Rapport: Meetaanpak Houtrook
Rekenafstand stikstofdepositie niet afhankelijk van gevoeligheidsanalyse


Symposium Methaanemissies in de Noordzee
Met satellieten speuren naar bronnen van broeikasgassen

