Mollier faciliteit: innoveren industriële droogtechnologie

Maar liefst vijftien procent van het energiegebruik door de industrie komt voor rekening van ontwateren en drogen. Dat gebeurt met name bij de productie van papier, chemicaliën en voedingsmiddelen. Innovaties op dit gebied zijn doorgaans gericht op het verbeteren van de productkwaliteit, terwijl er ook veel winst valt te behalen met energiebesparing. Die uitdaging pakt TNO op met de Mollier faciliteit.

Met financiële ondersteuning van het ministerie van EZK bouwt TNO de komende tijd een geavanceerde infrastructuur met apparatuur om met verschillende soorten ontwaterings- en droogtechnologieën te experimenteren. Er zijn gesprekken gaande met industriële eindgebruikers en fabrikanten van apparatuur over de precieze invulling van de onderzoeksprogramma’s die dit jaar van start zullen gaan.

Onder realistische condities

De Mollier faciliteit sluit nauw aan bij het onlangs in gebruik genomen Carnotlab van TNO in Petten, dat zich met name richt op industriële warmtehuishouding en warmtepompen. De kennis die hier wordt ontwikkeld over warmte is in veel gevallen weer toepasbaar voor innovatieve energie-efficiënte droog-en ontwateringstechnologieën.

In de Mollier faciliteit zijn deze te valideren onder realistische industriële condities. In samenwerking met bedrijven worden procescondities gecreëerd die corresponderen met processen als sproei-, trommel-, band- en het drogen van papier. Het lab heeft straks ook apparatuur voor de demonstratie van innovatieve verwarmingstechnieken zoals microgolf en infrarood, oververhitte stoomtechnologie en combinaties met warmtepompen.

Productkwaliteit én energiebesparing

De aandacht van eindgebruikers en toeleveranciers voor productkwaliteit gaat met de ingebruikname van de Mollier faciliteit hand in hand met het terugdringen van het energiegebruik van ontwaterings- en droogprocessen. Dat betekent voor bedrijven een kostenbesparing en tegelijkertijd een reductie van de CO2-emissies.

TNO ontwikkelt innovatieve droogtechnologieën in nauwe samenwerking met de industriële eindgebruikers en fabrikanten van de droog- en ontwateringsapparatuur. Zo ontstaan innovaties die direct toepasbaar zijn in de bedrijfsprocessen van de industrie.

Kennisuitwisseling droogtechnologie

Op wetenschappelijk gebied werkt TNO nauw samen met Wageningen University & Research (WUR), die zich vooral bezighoudt met de productkwaliteit van droog- en ontwateringsprocessen en Universiteit Twente waar al langer kennis mee wordt uitgewisseld over de scheidingstechnologie pervaporatie.

Andere stakeholders van de Mollier faciliteit zijn het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT), gericht op open innovatie in de procesindustrie en de Nederlandse Werkgroep Drogen (NWGD) waarin bedrijven en wetenschap kennis uitwisselen om droogprocessen te optimaliseren.

Ideale partner

Door diepgaande kennis van ontwateren en drogen én het onder reële condities kunnen experimenteren en testen is de Mollier faciliteit de ideale partner voor industriële bedrijven die hun processen energiezuiniger willen maken en bijdragen aan verlaging van de CO2-uitstoot.

Door het met partners ontwikkelen, valideren en in de praktijk realiseren van innovatieve energie-efficiënte technieken helpt TNO de energietransitie te versnellen.