
Duurzaam ontwerp om windturbines circulair te maken
Hoe nuttig het opwekken van windenergie ook is, aan het eind van hun levensduur belanden de bladen van windmolens op de vuilnishoop. Alleen al in Europa gaat het jaarlijks om zo’n 4 miljoen ton composiet bladafval. Door het op handen zijnde stortverbod in de EU dreigt verbranding straks nog als enige optie. TNO werkt daarom aan het ontwerp van volledig recyclebare turbinebladen.
Technisch en economisch haalbaar
Dat is technisch al een forse opgave, maar tegelijkertijd zou het ook commercieel aantrekkelijk moeten zijn de bladen zo te ontwerpen en te produceren dat het uiteindelijk ontmantelen commercieel aantrekkelijk is. Het is de bedoeling hiervoor in 2030 een technisch en economisch haalbare oplossing te hebben. Dat vergt de toepassing van nieuwe materialen en productieprocessen om de turbines modulair en mede daardoor recyclebaar te maken.
Hergebruik huidige bladen
Voor het huidige afvalprobleem hebben we een methode ontwikkeld om de vezels uit het turbineblad te halen en te hergebruiken in nieuwe recyclebare producten. Dit is gedaan door TNO experts bij TNO EnergieTransitie en het Brightlands Materials Center (BMC) in Geleen, gespecialiseerd in hoogwaardige materialen en duurzame processen. De huidige bladen bestaan voor meer dan de helft uit glas- en koolstofvezel en voor 30 procent uit de kunststof epoxy of polyesther. Aan het einde van de levensduur zijn er verschillende manieren om de bladen te recyclen ingedeeld in mechanisch, chemisch of thermochemisch. We hebben ons vooral op de laatste methode gericht en dan in het bijzonder op pyrolyse.
Demonstratiefabriek
Bij dit proces worden de bladen in een oven op een speciale manier tot bijna 500 graden verhit waardoor de vezels vrijkomen. Vervolgens zijn ze te verwerken in thermoplastisch composiet om dat te gebruiken in andere producten. Het voordeel hiervan is dat het nieuwe materiaal weer volledig recyclebaar is. Als eerste toepassing hebben de onderzoekers auto-onderdelen vervaardigd uit de teruggewonnen vezels.
In de toekomst zijn er tal van nieuwe producten mee te maken. De komende tijd staat verdere opwaardering en opschaling op het programma. In 2025 moet er een eerste demonstratiefabriek staan voor het grootschalig recyclen van windturbinebladen. Alleen al het ontmantelen van de windparken Borselle I en II volgens deze methode zou ruim 50 kiloton CO2-reductie betekenen vergeleken met verbranding.
Ontmanteling biedt kansen
Verder werken we aan een tool om partijen optimaal advies te kunnen geven over het afbreken en recyclen van windparken. Daarbij gaat het om een combinatie van levenscyclusanalyse (LCA) en kostenanalyses. Samen met kennispartners, overheden en bedrijven hebben we voor het Rotterdamse havengebied onderzoek gedaan naar het op termijn grootschalig ontmantelen van de windturbines, om welke reststromen en hoeveelheden het precies gaat en welke kansen dat biedt voor het bedrijfsleven. Met dit onderzoek willen we de CO2 voetafdruk van windturbines verlagen.
Realisatie in Europees verband
In een in 2023 opgericht Europees samenwerkingsverband werken 18 partners aan de realisatie van het terugwinnen van glasvezel uit composieten. Ze doen dit op chemische wijze via groene solvolyse en via thermolyse.
Neem contact met ons op
Laat je verder inspireren
Nieuw initiatief Europees topcentrum voor windenergie
Negen onderzoeksinstituten en universiteiten die lid zijn van het European Energy Research Alliance Joint Programme Wind hebben vorige week een samenwerkingsovereenkomst ondertekend voor de oprichting van een Europees topcentrum (EuCoE) voor windenergie.


Windturbine-inspecties met autonome drones en digital twin modelling
Inspecties van windturbinebladen kunnen sneller, goedkoper en veiliger. TNO en SpectX hebben het komende jaar hun expertises gebundeld in het IBIS-project (Increased Blade Inspection Safety).


Nieuwe ontwikkeling in recycling windturbinebladen
Een nieuw gestart project wil een commercieel levensvatbare en schaalbare oplossing vinden voor het dreigende overschot aan afgedankte windturbinebladen. Het EoLO-HUBs (End of Life through Open HUBs) project zal 4 jaar duren.


Recycling boormonsters windmolenparken voor nieuwe kansen op zee
Met hulp van RVO, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, heeft de Geologische Dienst Nederland, onderdeel van TNO, een enorme set aan boormonsters van offshore windmolenparken gekregen.


Winstgevendheid offshore wind in 2030 niet vanzelfsprekend
Uit een nieuwe TNO-studie blijkt wind op zee niet in alle gevallen winstgevend te zijn. TNO onderzocht aan de hand van scenario’s de commerciële haalbaarheid van windenergie op zee in 2030.

