Bedrijven willen ondanks crisis in R&D investeren

3 juni 2021

Uit een onderzoek van Dialogic onder een representatieve selectie van ondernemingen blijkt dat veel bedrijven, ondanks de crisis, in 2020-2022 meer in onderzoek en innovatie (willen) investeren. Maar minder dan dat zonder crisis het geval zou zijn geweest. Een derde van alle bedrijven zegt door de crisis minder te investeren en een derde die in R&D investeert zegt meer zelf te doen, maar minder uit te besteden.

Lees de reactie van TNO

In deze publicatie "Bedrijven willen ondanks crisis in R&D investeren"

Uit de interviews van Dialogic blijkt vooral dat bedrijven hun innovatiecapaciteit koste wat het kost in stand willen houden. R&D is dus heel belangrijk voor bedrijven en dit besef lijkt sinds de kredietcrisis alleen maar gegroeid.

Verrassende uitkomst

De uitkomst uit het Dialogic-onderzoek dat de meeste bedrijven meer willen investeren in onderzoek en innovatie is verrassend. Tijdens de vorige (krediet)crisis was een duidelijke terugval in R&D-investeringen van bedrijven waarneembaar. De Nederlandse economie heeft daar langjarig de negatieve gevolgen van ondervonden.

In 2018 concludeerde de KNAW in het rapport ‘Wederzijdse versterking’ dat overheidsinvesteringen in R&D private investeringen ‘aanjagen’. Ze leiden er toe dat intenties bij bedrijven worden omgezet in daadwerkelijke investeringen. TNO ziet hierin een kans voor het nieuwe kabinet.

Als de overheid meer in R&D investeert en daarmee de bedrijven die dat ook willen ondersteunt, kan Nederland de grote maatschappelijke transities versnellen. En tegelijkertijd uit de crisis groeien en de economie vernieuwen. Het bedrijfsleven wil ondanks de crisis meer in R&D investeren en legt de bal daarmee op de stip voor het nieuwe kabinet: als dat ook in innovatie investeert, kan Nederland een grote stap zetten.

Innovatiebeleid richten op vernieuwing: robuust en extra groei

Wat TNO betreft zou daarom het innovatiebeleid 2021-2025 gericht moeten zijn op het vernieuwen van de economie. Ten eerste om maatschappelijke transities te versnellen, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat en energie, veiligheid, gezondheid en digitalisering.

Ten tweede om Nederland uit de crisis te innoveren, door met R&D nieuwe groei te genereren. De bijdrage uit het Groeifonds waarvan onlangs de eerste projecten bekend werden gemaakt is bij lange niet genoeg om dit mogelijk te maken.

De coronacrisis biedt een kans om de economie te vernieuwen en maatschappelijke vraagstukken op te lossen. DNB, PBL en andere experts pleitten al voor ‘groen herstel’. TNO wijst erop dat verdere digitalisering Nederland ingeval van een nieuwe pandemie minder kwetsbaar maakt; de crisis is bovendien een kans om (essentiële) productie terug naar Europa te halen (‘reshoring’).

Grote (internationale) bedrijven zijn voor de kennis- en innovatiesystemen in ons land cruciaal, zij zijn de spil in de kennis- en ecosystemen waar ook mkb’ers van uitmaken. Extra groei moet daarvan komen, maar ook uit onderzoek en innovatie door het mkb - bestaand én nieuw.

Door juist onderzoek door innovatieve starters en scale-ups te ondersteunen die R&D-intensief zijn en waar Nederland nu nog ondervertegenwoordigd is, kan de vernieuwing in de structuur en samenstelling van de Nederlandse economie bevorderen.

Nederland loopt al decennia achter

Op dit moment investeert Nederland zo’n 2,18% van haar bbp in R&D. Duitsland zit al boven de 3% en werkt toe naar 3,5%. Ook bij landen als België en Denemarken blijft Nederland ver achter. Dat het merendeel van de bedrijven in 2021 en 2022 inderdáád meer in R&D zal investeren is nog geen feit. Daarvoor is er nog teveel onzekerheid.

Maar tegelijkertijd weten we dat publieke investeringen in R&D van de overheid die van bedrijven kunnen uitlokken of in ieder geval aanmoedigen (“hefboomeffect”). Met de Kenniscoalitie bepleit TNO daarom om de totale (publieke en private) R&D-uitgaven op te schroeven naar 2.5% van het bbp in deze kabinetsperiode en 3% in 2030 . Als het bedrijfsleven en de overheid elkaar versterken, is er veel mogelijk.

Consistent daarmee is het pleidooi van de kenniscoalitie waaronder VNO-NCW en MKB-Nederland om de investeringen in onderzoek en innovatie de komende kabinetsperiode structureel met ongeveer 1,5 miljard te verhogen.

De uitkomst uit het Dialogic-onderzoek dat de meeste bedrijven meer willen investeren in onderzoek en innovatie is verrassend. Tijdens de vorige (krediet)crisis was een duidelijke terugval in R&D-investeringen van bedrijven waarneembaar. De Nederlandse economie heeft daar langjarig de negatieve gevolgen van ondervonden.

In 2018 concludeerde de KNAW in het rapport ‘Wederzijdse versterking’ dat overheidsinvesteringen in R&D private investeringen ‘aanjagen’. Ze leiden er toe dat intenties bij bedrijven worden omgezet in daadwerkelijke investeringen, het zogenoemde ‘hefboomeffect’. TNO ziet hierin een kans voor het nieuwe kabinet. Als de overheid net als bedrijven meer in R&D investeert, kan Nederland de grote maatschappelijke transities versnellen en tegelijkertijd uit de crisis groeien en de economie vernieuwen. Het bedrijfsleven wil ondanks de crisis meer in R&D investeren en legt de bal daarmee op de stip voor het nieuwe kabinet: als dat ook in innovatie investeert, kan Nederland een grote stap zetten.

bedrijven-willen-investeren-in-r-d

Innovatiebeleid richten op vernieuwing: robuust en extra groei

Wat TNO betreft zou daarom het innovatiebeleid 2021-2025 gericht moeten zijn op het vernieuwen van de economie. Ten eerste om maatschappelijke transities te versnellen, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat en energie, veiligheid, gezondheid en digitalisering en ten tweede om Nederland uit de crisis te innoveren, door met R&D nieuwe groei te genereren. De bijdrage uit het Groeifonds waarvan onlangs de eerste projecten bekend werden gemaakt is een mooie eerste stap maar nog niet voldoende.

DNB, PBL en andere experts pleitten al voor ‘groen herstel’. TNO wijst erop dat verdere digitalisering Nederland minder kwetsbaar maakt, bijvoorbeeld ingeval van een nieuwe pandemie. Door(essentiële) productie terug naar Europa te halen (‘reshoring’) kan zowel de economie zich herstellen als robuuster worden.

Grote (internationale) bedrijven zijn voor de kennis- en innovatiesystemen in ons land cruciaal, zij zijn de spil in de kennis- en ecosystemen waar ook mkb’ers van uitmaken. Extra groei moet niet alleen daarvan komen, maar ook uit innovatie door het mkb - bestaand én nieuw. Door innovatieve R&D-intensieve starters, scale ups en mkb’ers te ondersteunen kan vernieuwing in de Nederlandse economie worden gerealiseerd.

Nederland loopt al decennia achter

Op dit moment investeert Nederland zo’n 2,18% van haar bbp in R&D. Duitsland zit al boven de 3% en werkt toe naar 3,5%. Ook bij landen als België en Denemarken blijft Nederland ver achter. Dat het merendeel van de bedrijven in 2021 en 2022 inderdáád meer in R&D zal investeren is positief nieuws maar nog geen feit. Tegelijkertijd weten we dat publieke investeringen in R&D van de overheid die van bedrijven kunnen uitlokken of in ieder geval aanmoedigen (“hefboomeffect”). Met de Kenniscoalitie bepleit TNO daarom om de totale (publieke en private) R&D-uitgaven, beginnend met de komende kabinetsperiode, jaarlijks te laten groeien met 300 tot 380 miljoen euro leidend tot 2,5 % bbp aan het einde van de komende kabinetsperiode en 3% bbp in 2030. Als het bedrijfsleven en de overheid elkaar versterken, is er veel mogelijk. Lees hier het persbericht van de Kenniscoalitie.