Vernieuwing oudere infrastructuur is urgent

10 mei 2021

Nederland staat voor een grote opgave om de oudere infrastructuur tijdig te vernieuwen. In opdracht van De Bouwagenda heeft TNO de landelijke omvang van deze vernieuwingsopgave voor het eerst in kaart gebracht.

Vandaag is het eindrapport door Bernard Wientjes van De Bouwagenda aangeboden aan Minister Cora van Nieuwenhuizen van I&W, Fleur Gräper-van Koolwijk, lid Gedeputeerde Staten van Groningen, namens de provincies en Harriët Tiemens, wethouder Nijmegen, namens de gemeenten. Deze overheden beheren met elkaar het overgrote deel van de Nederlandse infrastructuur voor transport en water.

Download de studie

"Instandhouding civiele infrastructuur Proeve van landelijk prognoserapport vervanging en renovatie"

Uit de studie van TNO blijkt dat de jaarlijkse kosten voor vervanging en renovatie van de bestaande civiele infrastructuur gaan oplopen van ongeveer een miljard euro in 2019, naar twee tot drie miljard in 2030 en rond de vier miljard euro in 2050.

Totaal is er de komende drie decennia circa 50 miljard euro meer nodig. Naast geld, is het ook nodig dat er voldoende ingenieurs zijn opgeleid en dat overheden en bouwbedrijven de capaciteit hebben om de stroom aan werkzaamheden te plannen en uit te voeren.

Veel is nog onzeker over de komende vernieuwingsopgave, omdat veel niet bekend is over de werkelijke levensduur van de 85.000 bruggen en viaducten, de 3.000 kilometer aan kades en damwanden en de 130.000 kleine civiele constructies, zoals stuwen en duikers.

Vanwege deze onzekerheden is het TNO-rapport (pdf) een ‘proeve’ of nulmeting van een landelijk prognoserapport, met als belangrijke aanbeveling om periodiek een verbeterde nationale versie te maken. Hiermee ontstaat steeds beter zicht op de omvang en timing van de vernieuwingsopgave.

Aanvullende adviezen uit het rapport

1200-bim
De Van Brienenoordbrug

In het verlengde van de opgestelde prognose, adviseert TNO ook om het beheer van de bestaande infrastructuur sterk te verbeteren. Er is een omslag nodig van reageren op incidenten, naar een proactief en planmatig assetmanagement. De belangrijkste aanbevelingen hiervoor zijn:

  • Professionaliseer het assetmanagement op areaalniveau en richt hiervoor onder meer een centrale organisatie-eenheid in bij elke beheerder of voor een groep kleine beheerders samen.
  • Zet het assetmanagement op grotere afstand van de politiek, om continuïteit in budgetten en planning mogelijk te maken. De politiek stuurt op de kaders en op de afweging kwaliteit-budget.
  • Verbeter de samenwerking tussen beheerders, deel kennis en ervaring met elkaar en geef samen sturing aan programma’s voor kennisontwikkeling en innovatie.