
Waarom kiezen mensen (niet) voor een elektrische auto?
Om de klimaatdoelstellingen te halen stimuleert de overheid elektrisch vervoer met gericht beleid. TNO deed in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu onderzoek naar wat consumenten beweegt of afremt elektrisch te gaan rijden. De beschikbaarheid van voldoende snellaadstations blijkt een doorslaggevende factor te zijn bij de keuze.
Keuze benzine- of elektrische auto
In het onderzoek moesten de respondenten op basis van een aantal criteria kiezen voor een benzine- of elektrische auto. Beide auto’s hadden een bepaalde aankoopprijs, actieradius en mogelijkheden tot laden. De respondenten konden kiezen uit twee auto’s en de daarbij behorende specificaties, zoals aankoopprijs en range. Ook onderhoudskosten en of veel mensen in hun omgeving elektrisch dan wel benzine rijden en welke invloed dat heeft op hun keuze kwamen hierin aan bod.
Lees het volledige rapport
Rapport: 'Effecten flankerend beleid nieuwkoop EV'

“Driekwart van de consumenten heeft nog nooit elektrisch gereden en nog eens 17 procent slechts één keer. Je wilt dus weten welke zaken voor welk type rijder doorslaggevend zijn om van fossiele brandstof over te stappen op het tanken van elektronen.”
Groepen consumenten
‘‘We hebben een representatieve groep mensen keuzevragen voorgelegd. Actieradius was een van de onderwerpen, maar ook CO2-uitstoot, aanschafprijs, maandelijkse kosten en dichtbij huis kunnen opladen. Allemaal zaken die bepalend zijn voor de keuze of de volgende auto fossiel of elektrisch is.”
‘‘Op basis van de data die we hebben verzameld konden we gericht groepen segmenteren en hun keuzes analyseren. We onderscheiden de groep innovators, een minderheid die vrijwel unaniem voor elektrisch rijden kiest. Helemaal aan de andere kant van het spectrum heb je de ‘laggards’, de achterblijvers, die een vijfde van het totaal vormen en waarvan slechts 3 procent voor elektrisch kiest.”
Nieuwe inzichten
‘‘Het onderzoek heeft ons nieuwe inzichten geboden”, vertelt TNO-onderzoeker Charlotte Smit-Rietveld.
- ‘‘De beschikbaarheid van voldoende snellaadstations bleek de belangrijkste factor te zijn bij de keuze voor elektrisch rijden. Als we in de onderzoeksresultaten alleen kijken naar het scenario waarin er in ons land net zoveel snellaadstations zouden zijn als tankstations, kiest meer dan 60 procent voor de elektrische auto.
- Wanneer je hetzelfde doet met de aanschafprijs en dus alleen kijkt voor een situatie waarin deze voor de twee voertuigen gelijk was, dan bleek slechts een op de vijf te verleiden tot elektrisch rijden. Het gros kiest dan toch weer voor een fossiele auto. Bij een gelijke actieradius kiest al weer twee op de vijf voor elektrisch”, zegt Smit.
- Inkomen speelt een minder grote rol dan je zou verwachten. Veel geld hebben betekent niet per definitie een elektrische auto kopen en omgekeerd kwamen we lage inkomens tegen bij de innovators. Een grotere actieradius maakt wel veel uit.
Aanknopingspunten voor gericht beleid
Voor IenW biedt het onderzoek nu veel aanknopingspunten om gericht beleid te voeren. Drie opties springen eruit: het bevorderen van een uitgebreide laadinfrastructuur, het opdoen van ervaring met elektrisch rijden door veel meer mensen en het wegnemen van onzekerheden over de werkelijke afstand die je met een gemiddelde accu kunt afleggen.
Meer weten over de sociale aspecten van de energietransitie?
Hoe krijgen we iedereen mee met de energietransitie? We onderzoeken wat consumenten drijft of juist afremt en welke processen daar een rol in spelen.
Neem contact met ons op
Laat je verder inspireren
TNO-onderzoek geeft inzicht in levens van huishoudens met energiearmoede
TNO deed onderzoek naar de levens van mensen die te maken hebben met energiearmoede. Door interviews kreeg TNO een gedetailleerd en diepgaand inzicht in welke problematiek de huishoudens ervaren, hoe ze hier mee omgaan en waar ze vanuit hun eigen perspectief mee geholpen zouden zijn.


Verschillen in kwetsbaarheid voor hoge energieprijzen vraagt om gericht beleid
Een nieuwe TNO-studie geeft inzicht in de financiële kwetsbaarheid van huishoudens op de langere termijn als gevolg van hoge energieprijzen. Het onderzoek laat zien dat de mate waarin verschillende huishoudens kwetsbaar zijn voor hogere energieprijzen, sterk afhankelijk is van hun inkomen, woningkwaliteit en eigendomssituatie.


Forse energiebesparing dankzij subsidies voor verduurzaming koopwoningen
In 2022 werden via de diverse financieringsregelingen circa 190.000 energiebesparende maatregelen genomen. Dak- en vloerisolatie en warmtepompen bleken de populairste maatregelen te zijn. De gemiddelde gerealiseerde energiebesparing ligt tussen de 16% en 47% per woning.


Steunmaatregelen energiearmoede hebben positieve effecten
Uit ons onderzoek blijkt dat de steunmaatregelen positieve effecten hebben gehad op de portemonnee, de woning en de fysieke, mentale en sociale gesteldheid van de bewoners.


De duurzame toekomst van de Nederlandse woningvoorraad in beeld
PBL en TNO hebben samen het open source model Hestia ontwikkeld. Het bevat de energetische staat van alle woningen in ons land en kan maatregelen door zowel eigenaren als overheid doorrekenen op de effecten daarvan.

