Overheden moeten samen werken aan samenwerking rond mobiliteitsinnovatie

Thema:
Maatschappelijke impact
8 november 2022

Nederland heeft te maken met ontzettend complexe vraagstukken op het gebied van energie, mobiliteit, woningbouw en bereikbaarheid. Wat is er nodig om vandaag de juiste beslissingen te nemen voor de leefbare stad van morgen? TNO gaat hierover de dialoog aan met Jan-Bert Dijkstra, Directeur Mobiliteit en Gebieden van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. “We moeten op een compleet nieuwe manier naar mobiliteit, wonen en werken kijken om dit land draaiende te houden.”

De locatie van het interview over mobiliteit en innovatie op de vierkante meter kon niet toepasselijker. De vergaderzaal van het ministerie kijkt namelijk uit over het drukke Haagse stadscentrum en het spoorwegemplacement van het Centraal Station. Alle overheidslagen hebben iets te zeggen over deze meters. Het illustreert treffend de complexiteit van mobiliteitsopgaven in ons land. De energietransitie, de bouw van 900.000 nieuwe woningen en de stevige klimaatdoelen, maken de puzzel nog ingewikkelder.

“Je zit in een ingewikkelde constellatie met allerlei overheden, allerlei lagen, iedereen heeft zijn eigen beleidsplannen, ambities, pilots”, erkent Jan-Bert Dijkstra. “Ook heb je te maken met een markt die voortdurend in beweging is, en daarnaast heb je de snelle ontwikkeling van de technologie en wetenschap. Hoe geef je hier met elkaar richting aan zodat je echt stappen kunt zetten?”

Als voorbeeld noemt Dijkstra een recente inventarisatie van pilots rond slimme, schone en veilige steden binnen de G40, de 40 middelgrote gemeentes in ons land. “Dat bleken er meer dan 350 te zijn! Zonder dat ze het van elkaar wisten waren meerdere gemeentes bezig de wijk van de toekomst te bouwen, en op het gebied van logistiek liepen er zeker twintig pilots. Dan ben je eindeloos energie aan het stoppen in dit soort, op zich goede initiatieven, zonder dat het de gewenste slagkracht krijgt. Als het geld op is, stopt de pilot en opschaling blijft uit.”

Met wie gaan we verder?

Een efficiënte manier om pilots door te ontwikkelen en schaalgrootte te behalen is nodig om successen te boeken, erkent ook Jacqueline Verbeek-Nijhof, bij TNO verantwoordelijk voor de publiek-private samenwerkingen binnen de unit Traffic and Transport. “Zeker als al die domeinen samenkomen in de openbare ruimte is het zaak om kritische vragen te stellen. Wat leer je uit de pilots? Wat zijn de succesfactoren? En met wie zet je de volgende stap naar opschaling?”

Jan-Bert Dijkstra: “Klopt. Daarom hebben we bij de G40 geïnventariseerd: wie willen de sprong voorwaarts maken? Voor opschaling is het noodzakelijk dat we projecten in een bredere context plaatsen en van elkaar leren. Daar zit voor mij de sleutel in het vernieuwen van innovatieprocessen.”

De toekomst is al begonnen

De lange-termijn oplossingen die nodig zijn voor alle grote transities in ons land, kunnen potentieel om de vier jaar gehinderd worden door politieke koersveranderingen  van een nieuwe regering. Hoe ziet Dijkstra dit?

“Ik zit daar heel pragmatisch in: we hebben 7,5 miljard euro te verdelen om 900.000 woningen te ontsluiten. Met de G40 hebben we een propositie gemaakt voor mobiliteitsvernieuwing en de slimme en duurzame stad. Die bouwstenen gebruiken we om afspraken met elkaar te maken over de toekomst. Dus ja, de regeerperiodes zijn kort, maar die investeringsbeslissingen overstijgen deze periodes. Bovendien is de toekomst vandaag al begonnen: beslissingen die we vandaag nemen, zie je al binnen een, twee jaar terug in de woonwijken. Dus als we besluiten om 30 mobiliteitshubs neer te zetten, dan moeten we nu vanuit het Rijk nadenken over een uniforme lay-out, en publiek-privaat afspraken maken over het delen van data en het harmoniseren van voorwaarden voor dienstverleners. Allemaal vragen die je als gemeente individueel niet kunt beantwoorden, maar bij uitstek wel met andere overheden en de markt.”

Paper 'Leefbare stad vraagt om innovatie en inventief beleid'

Wil je weten hoe je met inventief beleid een leefbare stad kunt creëren?

Brede welvaart

Binnen overheden klinkt steeds vaker de term brede welvaart. Beleid moet niet alleen bijdragen aan economische welvaart, maar ook aan bredere maatschappelijke doelen als welzijn en sociale inclusie. Ook TNO merkt dat aan de inzichten waar overheden naar op zoek zijn. Jeroen Borst, Cluster Manager Societal Impact for Accessibility and Liveability bij TNO: “Onze partners willen bijvoorbeeld niet alleen weten hoeveel de capaciteit van een nieuwe metrolijn is, maar ook wat de impact op de mensen is in de wijken die deze lijn met elkaar verbindt. Maakt brede welvaart vraagstukken voor overheden ook complexer?

Jan-Bert Dijkstra: “Complexer ja, maar het werk zelf wordt er ook leuker, mooier en waardevoller door. Naast klassieke vervoers- en economische waarden zie je langzaamaan de verbreding naar maatschappelijke en sociale criteria als welzijn, gezondheid en woongenot. Het is onze taak als I&W om die bredere feiten op tafel te leggen. Vervolgens is het aan de politiek om daar keuzes in te maken.”

Vervoersarmoede is volgens Dijkstra een wijdverbreid probleem in Nederland, in steden maar juist ook in dunnerbevolkte regio’s. De toenemende vergrijzing maakt het nog erger. “We hebben straks geen chauffeurs meer. Hoe ga je er voor zorgen dat mensen toegang houden tot de arbeidsmarkt en onderwijs? Techniek kan daar zeker bij helpen, maar het vraagt ook heel veel van alle betrokken organisaties en de manier waarop je naar het vraagstuk kijkt.”

Breng wonen en werken bij elkaar

Het onderwerp wonen en werken vraagt alle aandacht van Nederlandse beleidsmakers, merkt ook Jeroen Borst: “In gesprekken met grote gemeentes hoor ik dat het steeds meer moeite kost om mensen voor het onderwijs, de zorg of handhaving naar de stad te laten komen. Voor het functioneren van de stad moet je dus ook goed kijken hoe je de stad aantrekkelijk houdt voor een grote groep middeninkomens.”

Dijkstra erkent het probleem: “Daarom nemen we bij het bouwen en ontsluiten van de nieuwe woningbouwlocaties ook de criteria sociaal en betaalbaar mee. De uitdaging blijft hoe je wonen en werken dichter bij elkaar kunt brengen. Een concreet voorbeeld: Amsterdam heeft in de afgelopen jaren 100.000 arbeidsplaatsen er bij gekregen, maar daarvan zijn er 60.000 uit de regio getrokken. Dat betekent dus enorm veel bewegingen.”

Jeroen Borst: “Het vergt waarschijnlijk ook een andere manier van samenwerken tussen overheden om dit aan te pakken?”

“Het vraagt om een andere kijk op samenwerken”, erkent Dijkstra. Binnen de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag – maar ook in andere regio’s – hebben we het altijd over de driehoek wonen, werken en mobiliteit. ‘Werken’ mag steviger in die discussies weerklinken, zodat we kunnen nadenken over een aangepast vestigingsbeleid voor bedrijven in deze regio.”

JanBert-Dijkstra

"Samenwerken vraagt om samen werken. Dat gaat niet vanzelf, dat vergt een langdurige inspanning."

Jan-Bert Dijkstra

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Nieuwe tools zijn nuttig

De complexiteit van de opgaven vraagt om heldere inzichten. Jeroen Borst: “Zijn nieuwe technologische hulpmiddelen, zoals TNO’s Urban Strategy platform, noodzakelijk geworden voor beleidsmakers om de juiste keuzes voor morgen te kunnen maken?” Jan-Bert Dijkstra denkt van wel. “We zijn bij jullie op bezoek geweest om de mogelijkheden van Urban Strategy te ontdekken. Je hebt dit soort geïntegreerde modellen, ‘digitale twins’, nodig om sneller de betekenis van maatregelen te kunnen zien. Maar met name om op basis van diepgaande data de verbinding tussen verschillende domeinen te begrijpen.”

Jeroen Borst: “Om vervolgens met elkaar daarover het gesprek aan te gaan?”

Dijkstra: “Ja, op basis van die inzichten kun je met elkaar kijken welke scenario’s er op tafel liggen. Modellen als Urban Strategy zijn ontzettend nuttig en behulpzaam bij het keuzeproces.”

Niet alleen de technologie levert nieuwe inzichten. Jacqueline Verbeek-Nijhof pleit ook voor een andere manier van samenwerken tussen overheden en kennisinstellingen. “De complexe transities waar we voor staan, verlangen van beide partijen dat je op strategisch niveau elkaars innovatiepartner bent. Dat levert beide partijen waardevolle kennis en inzichten op.” Dijkstra erkent dit potentieel: “Dat moet je misschien ook wel bewust organiseren, vanuit een hoger perspectief op directieniveau.”

Tot slot

Wat zou Jan-Bert Dijkstra beleidsmakers willen meegeven over innovatieprocessen met alle grote uitdagingen die spelen? “Samenwerken vraagt om samen werken. Dat gaat niet vanzelf, dat vergt een langdurige inspanning. Daarnaast moet je met elkaar anders kijken naar de opgaven die er liggen en de oplossingen die je kiest. Soms is dat een klassieke oplossing, denk aan extra infrastructuur. Maar vaker zullen we op een compleet nieuwe manier naar mobiliteit, wonen en werken moeten kijken om dit land draaiende te houden. Daar moeten we elkaar in vinden, in een bredere agenda, over de domeinen heen.”

Meer over de leefbare stad van morgen?

Laat je verder inspireren

16 resultaten, getoond 6 t/m 10

Logistieke hubs voor emissievrije stedelijke distributie

Informatietype:
Insight
25 mei 2023
Bijna dertig grote steden sturen aan op een geleidelijk verbod op fossiele bedrijfswagens vanaf 2025. Het gebruik van ‘white label’ hubs kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan minder emissies, minder voertuigen, efficiëntere bewegingen voor vracht en diensten in de steden.

Urban Strategy: local digital twins voor duurzame mobiliteit en leefbare steden

Informatietype:
Insight
24 april 2023

Tijdmakers: Urban Strategy brengt knelpunten in kaart bij stadsuitbreiding

Informatietype:
Insight
6 april 2023

Zonder visie of integraal beleid loopt mobiliteit in steden vast

Informatietype:
Insight
5 april 2023

Amsterdam: missiegedreven innovatie voor brede welvaartsopgaven

Informatietype:
Insight
11 november 2022