Soort project:
Project
Thema:
Duurzame ondergrond
Veiligheid

Inspelen op schaderisico’s gebouwen veroorzaakt door bodemdaling

Status project

Looptijd: 2022 - 2025

Bodemdaling vormt in Nederland, net als in andere laaggelegen gebieden, een stille maar zeer reële bedreiging voor grote delen van de gebouwde omgeving. Als we niets doen, lopen de kosten voor het herstel van de schade in de tientallen miljarden euro's.

Het onderzoeksprogramma ‘Bodemdaling en Gebouwschade’ bundelt de krachten en inzichten van drie TNO-onderdelen om bodemdaling te koppelen aan gebouwschade, zodat we een oorzakelijk verband kunnen leggen voordat het kwaad is geschied. Met de ontwikkeling van een modelketen is het mogelijk vroegtijdig risico’s op gebouwschade te signaleren als gevolg van bodemdaling. Hiermee kunnen we proactief inspelen op mogelijke schade aan gebouwen en de kostenpost voor de samenleving beperken.

Expertise bundelen voor een proactieve aanpak

Chris Geurts, Principal Consultant bij TNO Mobility and Built Environment, is trots op hoe zijn team al jaren de schade aan gebouwen en infrastructuur beoordeelt. “We komen alleen meestal pas in actie nadat er een melding is van scheurvorming in gevels of beschadigde constructies. We handelen dus reactief in plaats van proactief."

Chris Geurts_350x350

“Het is belangrijk dat we de kennis die we al hebben doorontwikkelen, waarbij we vanuit de oorzaak van bodemdaling naar de schade toe werken. Dan kunnen we de risico's op schade in een vroeg stadium voorspellen en daardoor maatregelen treffen om te voorkomen dat deze schade daadwerkelijk optreedt. Daarom is samenwerking met de andere disciplines binnen TNO, maar ook met externe stakeholders, van groot belang.”

Chris Geurts

Principal Consultant TNO

Thibault Candela, Lead Scientist bij TNO Energie- en Materialentransitie, bestudeert door mensen veroorzaakte bodemdaling en seismische activiteit. “We zoeken dus de causale verbanden tussen de opeenstapeling van ondergrondse activiteiten en de bodemdaling. Het is nog onduidelijk hoe deze gestage daling precies leidt tot schade aan gebouwen. Hier komen we achter door de expertise van TNO-disciplines te combineren, zodat de puzzelstukken in elkaar passen.”

TNO Vector fungeert als verbindende schakel tussen technische ontwikkelingen in het onderzoeksprogramma en belangrijke maatschappelijke partijen, zoals beleidsmakers en publieke en private vastgoedeigenaren die met bodemdaling en schade te maken hebben. “Door inhoudelijke discussies en interactieve sessies te organiseren met bijvoorbeeld overheden, woningcorporaties, vastgoedbeheerders en verzekeraars, wordt de maatschappelijke impact van ons onderzoekswerk en de ontwikkeling van de modelketen inzichtelijk”, zegt Rowie Huijbregts, onderzoeker bij TNO Vector.

Meer bevestigende data om de modelketen te valideren

Twee jaar na de start van het programma is er aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het leggen van verbanden tussen ondergrondse activiteiten, bodemdaling, interactie tussen grond en constructie en schade aan gebouwen.

“Tot nu toe lag de focus op drie gebieden”, legt Chris uit. “De eerste is leren hoe de ondergrondse processen werken. Daarnaast willen we de interactie begrijpen tussen de beweging onder de grond en die van het gebouw in beide richtingen. En het derde aandachtspunt is uitvinden hoe het gedrag van gebouwen tot schade leidt, oftewel de kwetsbaarheid van gebouwen.” Ter verduidelijking: dit onderzoek richt zich sterk op bestaande gebouwen, voornamelijk gemetselde constructies gebouwd op ondiepe funderingen, die het meest gevoelig zijn voor verzakkingen. Het beoordelen van bodemdaling veroorzaakt door activiteiten in de ondergrond gebeurt nog steeds op grote, generieke schaal.

Thibault Candela

“Je moet verzakkingen kunnen voorspellen op gebouwniveau. Op een veel kleinere schaal kijken is complexer; je moet nauwkeurig zijn en kritisch op de beschikbare gegevens en modellen. Het is de enige manier om zinvolle voorspellingen te krijgen.”

Thibault Candela

Lead Scientist TNO

Chris voegt eraan toe dat het nog steeds moeilijk is om toegang te krijgen tot informatie op gebouwschaal. “Die data zijn echt nodig om onze modellen te valideren. En de informatie die we wel krijgen kan iets vervuild zijn omdat de schade al aan één oorzaak is toebedeeld, zonder rekening te houden met eventuele andere oorzaken.”

In ieders belang om snel te handelen

Wanneer we eerder kunnen inspelen op schaderisico’s door bodemdaling heeft onze maatschappij daar veel baat bij, en niet alleen economisch. Chris: “Dit onderzoeksprogramma is bedoeld om betrokken partijen de knowhow en handvatten te geven om te bepalen waar de prioriteiten liggen, onderbouwde risicoanalyses uit te voeren op door verzakkingen veroorzaakte schade aan gebouwen, maar wellicht ook om het model als stap op te nemen in vergunningverleningen voor ondergrondse activiteiten. ”Na validatie in Nederland kan de modelketen verder worden doorontwikkeld voor toepassing in andere gebieden.

Maar het menselijk belang zal de grootste winnaar zijn. Het is een geruststellende gedachte wanneer mensen vooraf weten of en welke ondergrondse processen kunnen leiden tot schades, waarna tijdig maatregelen kunnen worden genomen. “Uiteindelijk kunnen we ons doel niet alleen bereiken. Samenwerking met belanghebbenden vanuit de overheid, industrie, onderzoeksinstituten, universiteiten en burgerinitiatieven is essentieel om te kunnen slagen en echte impact te creëren”, zegt Thibault tot slot.

Laat je verder inspireren

46 resultaten, getoond 1 t/m 5

Tijdmakers in beeld: Romée Kars

Informatietype:
Insight
28 november 2024
Tijdmaker en geomodeller Romée Kars is altijd al gefascineerd geweest door de grond onder onze voeten.

Innovaties in geo-energietechnologieën voor de energietransitie

Informatietype:
Insight
28 november 2024

Groei aardwarmteproductie in 2023 zeer beperkt maar wel record aantal boringen

Informatietype:
Nieuws
26 november 2024

Nieuwe boortechnologieën om de warmtetransitie te versnellen

Informatietype:
Evenement
Startdatum:
Locatie:
Online webinar

Ondergrond in 3D: een nieuwe dimensie voor geodata

Informatietype:
Insight
5 november 2024